Op deze pagina kun je zoeken in de puzzelwoordaanvragen inclusief het hele archief.
- Om te zoeken op puzzelwoord kies je de optie 'Omschrijving'
- Om te zoeken op puzzelblad kies je de optie 'Plaats van de puzzel'
- Om te zoeken op aanvraagnummer kies je de optie 'Aanvraagnummer'
Veronderstel dat er een zoektocht wordt samengesteld waar 30 vragen moeten beantwoord worden.Op elke vraag is er maar één antwoord juist. Elk juist antwoord, levert 5 punten op.Als een vraag foutief wordt beantwoord , dan wordt 1 strafpunt aangerekend ( d.w.z. dat er dan 1 punt wordt afgetrokken) Als een vraag onbeantwoord blijft, worden er geen punten voor toegekend en worden er ook geen punten voor afgetrokken. Het puntentotaal van een deelnemer kan, bij te veel foute antwoorden eventueel negatief worden. Wanneer minstens 2 deelnemers een gelijk aantal punten behalen wordt- zoals gebruikelijk- het antwoord op de schiftingsvraag gebruikt om hen onderling te klasseren. HOEVEEL DEELNEMERS MOETEN ER MINIMAAL AAN DIE ZOEKTOCHT DEELNEMEN OM ER ZEKER VAN TE ZIJN DAT HET ANTWOORD OP DE SCHIFTINGSVRAAG MINSTENS 1 KEER ZAL MOETEN GEBRUIKT WORDEN OM 2 ( OF MEER ) DEELNEMERS MET EEN GELIJK AANTAL PUNTEN ONDERLING TE KLASSEREN ?
Er staat: ' MOETEN ER MINIMAAL DEELNEMEN'. Als beide deelnemers even veel punten hebben zal de schiftingsvraag gebruikt worden. (HaDe)
181. als men alles juist heeft, heeft men 30x5=150 punten, als me alles fout heeft, heeft men -30 punten. Elke deelnemer heeft dus een totaal tussen -30 en +150, dat maakt dus 180 verschillende uitslagen. Om zeker 2x dezelfde uitslag te hebben moeten er dus minimum 181 deelnemers zijn. (kruuze)
Maak er maar 182 van. Tussen en met -30 en +150 zijn 30 negatieve en 150 positieve uitslagen. Nul punten is ook een uitslag. Dus 30 + 1 + 150 = 181 mogelijke uitslagen. Om zeker te zijn van 2 gelijke uitslagen moeten er dus 182 deelnemers zijn. (B3RT)
Na een overval waarbij volgens ooggetuigen minstens 3 daders betrokken waren worden 5 verdachten ondervraagd. Wie zijn de daders? (Jan zegt: ik heb niets gedaan. - Luc reageert: Je liegt! - Omer zegt: ik was er niet bij en Dirk ook niet. - Dirk beweert: Raf Is onschuldig. - Raf zegt: Luc is schuldig.)
Als Luc de waarheid spreekt (=geen dader), liegt Jan (Jan = dader). Dan liegt Raf (Raf = dader). Dan liegt Dirk (Dirk = dader). Dan liegt Omer (omer = dader). Dus de daders zijn: Jan,Omer, Dirk en Raf. (pavlov)