Mijn grootvader's klok was een deftige klok Met haar uurwerk zo goed en secuur Ze liep zo geregeld al negentig jaar Verkonde haar stem steeds het uur En met vrolijke slag riep de klok reeds goedendag Als een gast in ons kleine huis verscheen Maar opeens toen was het met haar gedaan En voorgoed is ze stil blijven staan En ze tikte maar altijd door Tikketak tikketak Altijd maar dag en nacht Tikketak tikketak Maar opeens toen was het met haar gedaan En voorgoed is ze stil blijven staan (Anoniem)