Vul per regel woorden in volgens de gegeven omschrijvingen . De eerste twee in te vullen woorden vormen een anagram van het laatste woord . Bij juiste invulling vormen de eerste letters van het derde woord na mekaar gelezen een bestaand woord . 1 . zoetwatervis - gissen - draagband voor een wapen 2. Vroegere europese munt - aan zichzelf toebehorend - van een andere soort 3 . boze geest - grootste deel - geheel van rijtuigen 4 . stuur van een schip - vallende duisternis - weg 5. slaginstrument -tijdschakelklok - bepaalde kledij 6. kier - plezier - inspraakmogelijkheid 7. uitdrukking van ontkenning - besloten gezelschap - appreciatie 8. Weg met bomen - nauwe doorgang -niet uitgevoerd .

Baan waar Frits wel weg mee weet. (11)

Drink op die koffie en dan weg wezen! (9)

Dat meisje wees surfers de weg. (4)

Op dat punt is het motto: neem de positieve vooruitzichten weg. (4,2,5,4)

Doet de kalief de vogel weg uit genegenheid? (6)

Daar zit de lamme me in de weg (5,4)

Weg pal aan zee waar het een zooitje is geworden omdat iedereen morst. (14)

Eenmaal er uit gestuurd, is hij weg ook. (4)

De weg wijzen op een industrieterrein (7)

Dubbel voltooid en dan mag je weg (5+2)

Hardloper die al spoedig een eind weg is. (6)

Hij mag er, na al dat getimmer aan de weg, met veel bekijks een goed einde aan breien! (7)

Zo attent is iemand die aan de weg timmert én veel bekijks krijgt! (10)

Hele hoge ome die met veel bekijks aan de weg timmert. (15)

Familieleden die met veel bekijks aan de weg timmeren. (4,4)

Ze timmeren aan de weg, maar tijdens een (media)storm lopen ze veel risico! (4,5)

Het is mis als die uitslover aan de weg timmert. (13)

Timmert heel muzikaal met veel bekijks aan de weg! (12)

Wie met veel bekijks aan de weg timmert kan zó hard neer komen! (4)