Op deze pagina kun je zoeken in de puzzelwoordaanvragen inclusief het hele archief.
- Om te zoeken op puzzelwoord kies je de optie 'Omschrijving'
- Om te zoeken op puzzelblad kies je de optie 'Plaats van de puzzel'
- Om te zoeken op aanvraagnummer kies je de optie 'Aanvraagnummer'
J. van Donselaar (1989), Woordenboek van het Surinaams-Nederlands mam’pier (de, -en), knaasje of knut, naam voor een aantal kleine, stekende muggen (Colicoides-soorten). Het kan Raymond geen zier schelen dat ze opgevreten wordt door de muskieten* en de mampieren. Straks krijgt ze ook nog bloedvlekken in haar nieuwe jurk (Vianen 1971: 36). - Etym.: Bij Herlein (1718: 179). Moepier, bij Teenstra (1835 II: 464) monpier, bij Bartelink (1916: 19) e.a. mompier. S mampira. (B3RT)
In het veertiende seizoen van Man bijt hond bellen we weer spontaan aan bij de mensen om te kijken wat ze aan het doen zijn. Verheugd zijn we met de bijzondere verhalen die altijd volgen. Van het Zeeuwse Kwakkel tot aan het Noord-Hollandse Tjallewal koerst Man bijt hond af op gouden personages, juweeltjes van verhalen en parels van wijsheden. (EgniZP)
De Cocksdorp naar Kuttingen, van Hongerige Wolf naar Schapenbout, van Boerenhol naar Moddergat. (Anoniem)