De naam 'onzelievevrouwebedstro' is waarschijnlijk de langste Nederlandse naam voor een kruid. Vroeger werd dit kruid opgedragen aan Freya, Godin van de natuur en de liefde. Later met de kerstening werd het bedstro aan Maria gewijd en in 1543 noemde Fuchs het in zijn "Neu Kreuterbuch" voor het eerst "Onser Vrouwe Bedstroo". Bedstro slaat op het oude gebruik van dit plantje dat als strooikruid in de slaapkamers diende en dat bij ziekte boven het bed werd opgehangen. (EgniZP)