Etymologiebank: goochemerd zn. ‘slimmerik’. Nnl. ‘leperd, slimmerik’ in ouwe gochemert [1903; WNT], vroeger in het Bargoens ook ‘rechter van instructie’, in voor den goochemerd kotsen ‘... bij de rechter van instructie opbiechten, bekennen’ (B3RT)
Helaas was de aanleiding voor deze associatie erg triest: een artikel op NU begon met de tekst " Voorbijgangers hebben dinsdagmiddag het stoffelijk overschot van een pasgeboren baby gevonden in een vuilniszak." (B3RT)